Verdere uitbreiding
De euro wordt nu de nieuwe munteenheid voor miljoenen Europeanen. Op 11 september 2001 wordt het synoniem voor internationaal terrorisme nadat gekaapte vliegtuigen tegen gebouwen in New York en Washington vliegen. Landen gaan nauwer samenwerken om criminaliteit te bestrijden. De breuk tussen Oost- en West-Europa wordt in 2004 geheeld bij de toetreding van 10 landen tot de EU. In 2007 treden ook Bulgarije en Roemenië toe. Een financiële crisis treft de wereldeconomie in september 2008. Het Verdrag van Lissabon geeft de EU moderne instellingen en efficiëntere werkmethodes.
26 februari 2001 – Verdrag van Nice
De EU-leiders ondertekenen het Verdrag van Nice. Dit verdrag hervormt de instellingen, waardoor de EU ook na de grote uitbreiding efficiënt kan functioneren, met dan 25 lidstaten. Het treedt op 1 februari 2003 in werking.
11 september 2001 – terroristische aanslagen in de Verenigde Staten
Gekaapte vliegtuigen vliegen tegen de Twin towers van het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington. Bijna 3.000 mensen komen om het leven. De EU-landen staan aan de zijde van de Verenigde Staten in de strijd tegen het internationale terrorisme.
1 januari 2002 – Eurobiljetten en -munten ingevoerd in 12 EU-landen
Eurobankbiljetten en -munten worden het wettig betaalmiddel in 12 EU-landen (later volgen meer landen). Het drukken, slaan en distribueren ervan is een grootschalige logistieke operatie. De bankbiljetten zien er in alle landen hetzelfde uit. De munten hebben een standaardzijde, de andere heeft een nationaal embleem.
31 maart 2003 – vredeshandhavingsoperaties op de Balkan
Als onderdeel van haar buitenlands en veiligheidsbeleid onderneemt de EU vredeshandhavingsoperaties op de Balkan, aanvankelijk in de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië (nu Noord-Macedonië) en later in Bosnië-Herzegovina. In beide gevallen vervangt een door de EU geleide troepenmacht de NAVO-eenheden.
1 mei 2004 – Tien nieuwe EU-landen
Cyprus en Malta treden toe tot de EU, samen met acht Centraal- en Oost-Europese landen (Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië) waardoor een einde komt aan de splitsing Europa, sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.
29 mei - 1 juni 2005 – EU-grondwet
Kiezers in Frankrijk en Nederland verwerpen het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa, die in oktober 2004 door de 25 EU-lidstaten is ondertekend.
1 januari 2007 – de EU verwelkomt Bulgarije en Roemenië
Nog twee landen uit Oost-Europa (Bulgarije en Roemenië) treden toe tot de EU, waardoor het aantal lidstaten op 27 komt.
13 december 2007 – Verdrag van Lissabon
De 27 EU-landen ondertekenen het Verdrag van Lissabon, een wijziging op de eerdere verdragen. Het is bedoeld om de EU democratischer, efficiënter en transparanter te maken, waardoor wereldwijde problemen, zoals klimaatverandering, veiligheid en duurzame ontwikkeling, beter kunnen worden aangepakt. Het Verdrag van Lissabon wordt geratificeerd door alle EU-landen en treedt op 1 december 2009 in werking.
September 2008 – wereldwijde economische crisis
Een grote financiële crisis treft de wereldeconomie. De problemen beginnen bij hypotheekleningen in de Verenigde Staten. Diverse Europese banken komen ook in de problemen. De crisis leidt tot een nauwere economische samenwerking tussen de EU-landen.