Voor het begin van elke nieuwe zittingsperiode – de vijfjarige mandaatsperiode van de Europese commissarissen en de leden van het Europees Parlement – komen de staatshoofden en regeringsleiders van alle EU-landen in de Europese Raad bijeen om de officiële politieke prioriteiten voor de EU vast te stellen.
Samen vormen deze prioriteiten de strategische agenda – deze helpt de EU-instellingen aan te sturen en bepaalt hoe deze prioriteiten kunnen worden verwezenlijkt.
De strategische agenda vormt eveneens een leidraad voor de politieke prioriteiten van het mandaat van de Commissie zelf, zoals uiteengezet in haar politieke beleidslijnen. De prioriteiten bepalen in grote lijnen het beleid van de Commissie en de stappen die zij voornemens is te zetten om haar politieke doelstellingen te bereiken.
De EU-instellingen en de regeringen van de EU-landen werken samen aan de uitvoering van de strategische agenda.
Zodra de prioriteiten van de Europese Commissie door de kandidaat-voorzitter zijn vastgesteld, worden zij:
- aan het voltallig Europees Parlement (plenaire vergadering) voorgelegd.
- omgezet in specifieke taakomschrijvingen (“mission statements”) voor elke kandidaat-commissaris en aan de bevoegde commissie van het Parlement voorgelegd.
De politieke beleidslijnen vormen de basis van de jaarlijkse werkprogramma’s van de Commissie. Deze omvatten de initiatieven van de volgende twaalf maanden om de prioriteiten te verwezenlijken.
Voor de voorbereiding van de werkprogramma’s wordt de aftrap gegeven door de jaarlijkse toespraak over de Staat van de Unie en de bijbehorende intentieverklaring.
Dit is het startsein voor een discussieronde met het Parlement en de Raad van de EU over de prioriteiten voor het komende jaar. Tegelijkertijd neemt de Commissie ook de standpunten van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s mee.
Zodra het werkprogramma van de Commissie is goedgekeurd, brengen de Commissie, het Parlement en de Raad een gezamenlijke verklaring uit over de prioriteiten van de EU, om snel optreden mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat er politieke aandacht wordt besteed aan die prioriteiten.
Om planning op langere termijn mogelijk te maken, hebben de drie EU-instellingen aan het begin van het huidige zittingsperiode in 2020 voor het eerst ook gezamenlijke conclusies aangenomen over beleidsdoelstellingen en -prioriteiten voor de gehele wetgevingscyclus (die loopt tot 2024).
Andere prioriteiten
Naast bovengenoemde prioriteiten stellen andere EU-instellingen vaak hun eigen prioriteiten vast waarin hun standpunten tot uiting komen.
Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
Om de zes maanden neemt een andere EU-regering het voorzitterschap van de Raad van de EU waar. De rol van het voorzitterschap bestaat erin als eerlijke bemiddelaar op te treden en de besprekingen in de Raad — tussen alle EU-landen — over EU-wetgeving te bevorderen.
Elk voorzitterschap stelt zijn eigen prioriteiten vast. Deze worden bepaald door de urgente EU-kwesties op dat moment en hebben als algemeen doel de EU te versterken en haar waarden te bevorderen.
Meer over de prioriteiten van het huidige EU-voorzitterschap
Fracties in het Europees Parlement
De overgrote meerderheid van de 720 EP-leden behoort tot een van de huidige zeven fracties, georganiseerd per partij en niet per nationaliteit.
Elke fractie stelt haar eigen prioriteiten vast en geeft zo uitdrukking aan de kwesties die haar kiezers van cruciaal belang achten.
Vóór elke stemming in de plenaire vergadering onderzoeken de fracties de door de parlementaire commissies opgestelde verslagen en dienen zij amendementen in.
Het standpunt van de fractie wordt bepaald na discussie binnen de fractie. Een lid van het Parlement kan niet worden gedwongen op een bepaalde manier te stemmen.