De euro is de op een na meest gebruikte munteenheid voor financiële transacties ter wereld: 39% van alle transacties, die binnen de eurozone niet eens meegeteld, gebeurt in euro's. De euro is voor andere landen ook een aantrekkelijke munt voor het aanleggen van reserves. In 2017 werd ongeveer 20% van alle monetaire reserves in de wereld in euro aangehouden.
De rentestand in de eurozone is van invloed op de ontwikkeling van de economie en de stabiliteit van de prijzen. De dagelijkse koersschommelingen en wisseltransacties moeten daarom in goede banen worden geleid. Dat is de taak van de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt. De ECB is de centrale bank van de 20 landen van de Europese Unie die de euro hebben ingevoerd. Als onafhankelijke instelling probeert zij de prijzen stabiel te houden en de koopkracht van de gemeenschappelijke munt op peil te houden.
De EU-landen innen zelf belastingen en stellen hun eigen begroting op, maar ze hebben wel afspraken over de overheidsfinanciën gemaakt om samen voor stabiliteit, groei en werkgelegenheid te zorgen.
Productie van munten en bankbiljetten
Sinds 2002 drukken de nationale banken van de eurozone gezamenlijk de eurobiljetten. Elke nationale bank is verantwoordelijk is voor een deel van de totale jaarproductie van een of meer coupures.
De eurozonelanden moeten zelf hun euromunten slaan.
Strijd tegen vals geld
Veiligheid was een belangrijk criterium bij het ontwerpen van de euromunten en -biljetten. Sinds de invoering van de euro is er dan ook relatief weinig vals geld in omloop. Maar omdat de eurobiljetten en -munten van elk land wettig betaalmiddel zijn in de hele eurozone, is een gemeenschappelijke aanpak nodig om ervoor te zorgen dat de strijd tegen valsmunterij overal evenveel effect heeft. Die aanpak rust op vier pijlers: preventie, bestrijding, opleiding en samenwerking.