Direct naar de inhoud

Soorten instellingen en organen

Opzet en locatie

De instellingen van de Europese Unie vormen een uniek samenspel met een besluitvormingssysteem dat voortdurend evolueert. De zeven Europese instellingen, acht EU-organen en meer dan dertig gedecentraliseerde agentschappen bevinden zich op verschillende plaatsen in de EU. Samen behartigen zij de gemeenschappelijke belangen van de EU en de Europeanen. 

Voor het bestuur zijn er daarnaast nog twintig EU-agentschappen en -organisaties met specifieke juridische functies en vier interinstitutionele diensten die de instellingen ondersteuning bieden.

Al deze organisaties vervullen een eigen, specifieke rol: zij stellen wetten en beleid op, voeren beleidsmaatregelen uit of zijn gespecialiseerd in bepaalde werkgebieden, zoals gezondheid, geneesmiddelen, vervoer en milieu.

De EU wordt bestuurd door vier belangrijke instellingen die de besluitvorming bepalen. Deze instellingen stippelen samen de koers voor het EU-beleid uit, maar spelen elk een andere rol in het wetgevingsproces: 

  • het Europees Parlement (Brussel/Straatsburg/Luxemburg)
  • de Europese Raad (Brussel)
  • de Raad van de Europese Unie (Brussel/Luxemburg)
  • de Europese Commissie (Brussel/Luxemburg/vertegenwoordigingen in de hele EU) 

Hun werkzaamheden worden aangevuld door die van andere instellingen en organen, onder meer:

  • het Hof van Justitie van de Europese Unie (Luxemburg)
  • de Europese Centrale Bank (Frankfurt)
  • de Europese Rekenkamer (Luxemburg)

 

De instellingen en organen van de EU werken intensief samen met het netwerk van EU-agentschappen en organisaties overal in de Europese Unie. De functie van deze organen en agentschappen is in de eerste plaats het beleid ter plaatse toe te passen.

Ongeveer 60.000 EU-ambtenaren en andere personeelsleden werken ten dienste van 450 miljoen Europeanen (en talloze andere mensen op andere continenten). Dit is in feite een relatief klein personeelsbestand, het Franse Ministerie van Financiën beschikt over ongeveer 140.000 medewerkers voor slechts 67 miljoen burgers.

Feiten en cijfers

Instellingen

De bevoegdheden, verantwoordelijkheden en procedures van de EU-instellingen zijn neergelegd in de verdragen tot oprichting van de Europese Unie: het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (1957) en het Verdrag betreffende de Europese Unie (1992). Recenter werden hun bevoegdheden in het Verdrag van Lissabon (2007) gewijzigd en uitgebreid.  

De vier belangrijkste EU-instellingen, met hun verschillende functies, stellen in nauwe samenwerking de agenda van de EU op en zijn betrokken bij de initiatiefname en coördinatie van nieuwe wetgeving voor de EU. 

De Europese Raad stelt doorgaans geen wetten op. De Raad kan echter wijzigingen van het Verdrag betreffende de werking van de EU overeenkomen. Hij zet de politieke koers van de EU uit. Dat is zijn belangrijkste rol. Meestal stellen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie het beleid en de wetten op die in de hele EU gelden. Dat doen ze aan de hand van de gewone wetgevingsprocedure.

In principe stelt de Commissie nieuwe wetten voor die vervolgens door het Parlement en de Raad van de Europese Unie worden goedgekeurd. Vervolgens voeren de lidstaten die wetten uit en zorgt de Commissie ervoor dat ze correct worden toegepast.

Organen

Naast de instellingen zijn er nog enkele organen die een gespecialiseerde rol vervullen om de EU te helpen bij haar taken. Sommige organen hebben tot taak de instellingen advies te geven (het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Europees Comité van de Regio’s); andere zorgen ervoor dat de instellingen de regels en procedures van de EU naleven (de Europese Ombudsman, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming). De Europese Dienst voor extern optreden is een orgaan dat het buitenlands beleid van de EU ondersteunt.

Interinstitutionele diensten

De EU-instellingen hebben vier interinstitutionele diensten opgericht die de werkzaamheden van de EU-instellingen, hun agentschappen en organen ondersteunen. Deze diensten houden zich elk bezig met specifieke werkterreinen die te maken hebben met essentiële behoeften van de EU-instellingen, zoals aanwerving, opleiding en ontwikkeling van medewerkers, IT en publicaties. Het Publicatiebureau werd opgericht in 1969, terwijl de andere bureaus van recentere datum zijn: het Europees Bureau voor personeelsselectie dateert van 2003, de Europese Bestuursschool werd opgericht in 2005 en het Computercrisisresponsteam in 2012.

Gedecentraliseerde agentschappen

Momenteel zijn er meer dan dertig gedecentraliseerde agentschappen. Zij zijn afzonderlijke rechtspersonen die voor onbepaalde tijd zijn opgericht en zij staan los van de EU-instellingen. 

Gedecentraliseerde agentschappen helpen bij de uitvoering van EU-beleid. Zij helpen ook bij de samenwerking tussen de EU en de nationale overheden door technische en specialistische expertise en kennis van de EU-instellingen en nationale instanties te bundelen.

De gedecentraliseerde agentschappen zijn verspreid over Europa en werken aan kwesties die van belang zijn voor het dagelijks leven van de bijna 450 miljoen mensen die in de EU wonen. Daartoe behoren onder meer voedsel, geneesmiddelen, justitie, verkeersveiligheid, drugsverslaving en het milieu.

Bijvoorbeeld:

het Europees Geneesmiddelenbureau is een gedecentraliseerd agentschap dat zich in Amsterdam bevindt. Het werd opgericht in 1995 en werkt aan de waarborging van de werkzaamheid en veiligheid van geneesmiddelen voor mens en dier in heel Europa. Het bevordert ook onderzoek en innovatie in de ontwikkeling van geneesmiddelen. Het heeft aanzienlijk bijgedragen tot de ontwikkeling van geneesmiddelen voor kinderen, remedies voor zeldzame aandoeningen, geavanceerde therapieën, kruiden- en diergeneesmiddelen. Het speelt ook een rol bij de aanpak van uitdagingen voor de volksgezondheid zoals aids, kanker, de ziekte van Alzheimer en diabetes. 

Alle gedecentraliseerde agentschappen
Het Europees Geneesmiddelenbureau werkt ook aan virusziekten. Lees hier meer

  • 1 FEBRUARI 2022
Joint statement of the European Parliament, the Council of the EU and the European Commission on decentralised agencies

 

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

De EU heeft drie agentschappen opgericht die zeer duidelijk omschreven technische, wetenschappelijke en managementopdrachten hebben gekregen. De overkoepelende opdracht van deze drie is de EU en haar lidstaten helpen bij de uitvoering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, met inbegrip van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, evenals andere aspecten van het externe optreden van de EU.

Het Defensieagentschap ondersteunt de ontwikkeling van de defensievermogens en de militaire samenwerking tussen de EU-landen. Het stimuleert defensieonderzoek en -technologie, versterkt de Europese defensie-industrie en dient als militair raakvlak voor het EU-beleid.

Het instituut analyseert kwesties in verband met het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Het verstrekt analyses, organiseert discussieforums om EU-beleid te helpen formuleren en draagt bij tot debatten over veiligheidsstrategieën in en buiten Europa.

Het Satellietcentrum verstrekt producten en diensten op het gebied van geospatiale gegevens, voornamelijk door gegevens te analyseren die door aardobservatiesatellieten zijn geregistreerd. Het geeft beleidsmakers vroegtijdige waarschuwingen van mogelijke crises zodat er tijdig diplomatieke, economische en humanitaire maatregelen kunnen worden getroffen.

Uitvoerende agentschappen

De Europese Commissie heeft zes uitvoerende agentschappen opgericht voor een bepaalde tijd. Zij zijn belast met specifieke opdrachten in verband met EU-programma’s. Deze uitvoerende agentschappen, die rechtspersonen zijn, werken aan zo uiteenlopende initiatieven van de Commissie als gezondheid en onderwijs, innovatie en onderzoek.

Bijvoorbeeld:

de Europese Commissie heeft het Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb (Eismea) opgericht voor de ontwikkeling en uitvoering van de Europese Innovatieraad die baanbrekende technologieën en innovaties identificeert en ondersteunt. Dit agentschap is ook verantwoordelijk voor het beheer van EU-programma’s betreffende de ondersteuning van het mkb, innovatie-ecosystemen, de eengemaakte markt, het consumentenbeleid en interregionale investeringen in innovatie. Het zorgt ervoor dat de werkzaamheden die met behulp van deze programma’s worden gefinancierd resultaten opleveren en geeft de Commissie waardevolle input voor haar beleidsopdrachten.

Alle uitvoerende agentschappen

Agentschappen en organen van Euratom

Er zijn twee Euratomagentschappen en -organen die werden opgericht om de doelstellingen van het Europese Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom, 1957) te ondersteunen. De doelstellingen van het Verdrag zijn: het coördineren van nationale nucleaire onderzoeksprogramma’s met vreedzame doeleinden; het verstrekken van kennis over en infrastructuur en financiering voor kernenergie; en het zorgen voor voldoende en veilige kernenergie.

Het agentschap waarborgt een regelmatige en billijke voorziening van splijtstoffen voor gebruikers in de EU. Het verbetert de voorzieningszekerheid voor gebruikers in de Europese Unie.

Met deze gemeenschappelijke onderneming wordt de bijdrage van de EU aan het ITER-project beheerd. ITER staat voor “internationale thermonucleaire experimentele reactor” en betreft een project dat bedoeld is om de wetenschappelijke en technologische haalbaarheid van kernfusie aan te tonen. Daarbij wordt met Japan samengewerkt aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten in verband met kernfusie.